
Categorie: Biohacking/Longevity
Waarom afvallen niet lukt, zelfs als je gezond leeft
Afvallen lukt niet altijd, ook niet bij een gezonde leefstijl. Hormonale disbalans, stress, medicatie of een verstoord microbioom kunnen de echte oorzaak zijn. Met bloedonderzoek krijg je inzicht en grip op je gewicht.
Je eet gezond, je beweegt voldoende, je slaat geen maaltijd over. En toch blijven de kilo’s zitten. Of erger nog: je komt juist aan. Frustrerend én verwarrend. Hoe kan het dat afvallen bij sommige mensen zo moeilijk is?
Afvallen is geen simpele rekensom
Lang werd gedacht: als je meer calorieën verbrandt dan je binnenkrijgt, val je af. Toch blijkt dat deze regel niet voor iedereen opgaat. Steeds meer onderzoek laat zien dat factoren als hormonen, stress, medicatie, slaap en genetica een grote rol spelen bij het reguleren van je gewicht.
1. Je hormonen werken tegen je
Hormonen bepalen voor een groot deel hoe je lichaam omgaat met energie, vetopslag en eetlust. Als hier iets uit balans is, kun je ondanks gezonde keuzes moeite hebben met afvallen. Enkele belangrijke factoren:
- Schildklierhormonen (TSH, T4, T3): Bij een trage schildklier vertraagt je stofwisseling. Zelfs met medicatie kan de afstelling suboptimaal zijn.
- Cortisol: Chronische stress verhoogt dit hormoon, wat kan leiden tot vetopslag rond je buik en onstilbare trek.
- Insuline: Bij insulineresistentie wordt vet minder goed afgebroken en blijf je honger houden, zelfs na een maaltijd.
- Leptine en ghreline: Deze honger- en verzadigingshormonen kunnen uit balans raken door crashdiëten of slaapgebrek.
2. Je medicatie werkt gewichtstoename in de hand
Sommige medicijnen hebben gewichtstoename als bijwerking, zelfs als ze voor een ander doel worden voorgeschreven:
- Antidepressiva
- Antipsychotica
- Bètablokkers
- Insuline of bloedsuikerverlagende medicatie
- Corticosteroïden
Overleg met je arts als je vermoedt dat medicatie invloed heeft op je gewicht. Soms is er een alternatief beschikbaar.
3. Je lichaam denkt dat het moet overleven
Na langdurige diëten of een streng caloriebeperkt voedingspatroon kan je lichaam overschakelen op spaarstand. Je verbranding vertraagt, je lichaam houdt vet vast en je krijgt signalen om te eten – zelfs als je eigenlijk voldoende hebt. Dit wordt het adaptieve metabolisme genoemd: een overlevingsmechanisme dat afvallen flink kan tegenwerken.
4. Je leeft gezond, maar je lichaam ziet dat anders
Misschien eet je volgens de Schijf van Vijf of volg je een populair dieet, maar zijn je keuzes toch te rijk aan snelle koolhydraten of bewerkte producten. Of je krijgt ongemerkt te weinig eiwitten, vezels of micronutriënten binnen. Zelfs een ‘gezond’ eetpatroon kan leiden tot schommelingen in insuline, leptine of ontstekingswaarden.
5. Je slaapt te weinig of onregelmatig
Te weinig slaap verstoort je hormoonhuishouding. Je maakt meer ghreline (hongerhormoon) aan en minder leptine (verzadigingshormoon). Ook neemt je gevoeligheid voor insuline af, waardoor je sneller vet opslaat. Slechte slaap maakt afvallen dus moeilijker – zelfs als je voeding op orde is.
6. Je microbioom werkt niet mee
De samenstelling van je darmbacteriën beïnvloedt hoe je voeding verteert, welke voedingsstoffen je opneemt en hoe je vet opslaat. Sommige bacteriën kunnen zelfs extra calorieën uit voeding halen. Onderzoek toont aan dat mensen met een verstoord microbioom vaker kampen met overgewicht, insulineresistentie en laaggradige ontstekingen.
Wat kun je doen?
Als afvallen niet lukt, begin dan niet opnieuw aan een crashdieet. Vraag je eerst af wat er op hormonaal, metabool of fysiologisch niveau aan de hand kan zijn. Bloedonderzoek geeft inzicht in de onderliggende oorzaken en maakt gerichte actie mogelijk.
Door je hormonen, ontstekingswaarden en stofwisseling in kaart te brengen, ontdek je waar jouw lichaam uit balans is – en kun je gericht werken aan herstel in plaats van gissen.

