
Verhoogd cholesterol als sporter of bij een ketogeen dieet: waarom Lp(a) en ApoB meten?
Een verhoogd totaalcholesterol is niet altijd reden tot paniek, zeker niet bij sporters of mensen met een ketogeen dieet. Toch kan het belangrijk zijn om verder te kijken dan de standaard bloedwaarden. Metingen van Lipoproteïne(a) en Apolipoproteïne B geven een veel nauwkeuriger beeld van je werkelijke risico op hart- en vaatziekten, zelfs als je je fit voelt en gezond leeft.
Je sport regelmatig, eet bewust, misschien volg je zelfs een ketogeen dieet, en je voelt je fit. Toch komt het voor dat het totaalcholesterol in je bloed flink verhoogd is. Dat klinkt alarmerend, maar hoe ernstig is dat werkelijk? En wat zegt het eigenlijk over je werkelijke risico op hart- en vaatziekten?
Om daar achter te komen, zijn twee aanvullende markers bijzonder waardevol: Lipoproteïne(a) en Apolipoproteïne B. Deze geven een veel specifieker beeld dan het standaard cholesterolpanel. Vooral als je cholesterolwaarden verhoogd zijn, maar je verder gezond leeft, kunnen deze bepalingen duidelijk maken of er echt reden tot zorg is.
Waarom is totaalcholesterol soms hoog bij sporters of ketofans?
Bij mensen die veel trainen of een vetrijk dieet volgen, zoals het ketogeen dieet, stijgt het totaalcholesterol vaak, vooral het LDL. Maar ook het ‘goede’ HDL stijgt meestal mee. Daardoor blijft de verhouding tussen totaalcholesterol en HDL vaak gunstig, zoals in het onderstaande voorbeeld:
- Totaalcholesterol: 9.27 mmol/l (verhoogd)
- HDL: 2.59 mmol/l (zeer goed)
- Cholesterol/HDL-ratio: 3.6 (binnen het lage risicogebied)
Op basis van deze verhouding zou je kunnen denken dat er niets aan de hand is. Toch vertelt dit niet het hele verhaal.
Lipoproteïne(a): een genetisch risicofactor die je niet voelt
Lipoproteïne(a), ook wel Lp(a) genoemd, is een LDL-achtig deeltje met een extra eiwitcomponent (apo(a)) eraan vast. Het bijzondere aan Lp(a) is dat het voor 90% genetisch bepaald is. Je levensstijl heeft nauwelijks invloed op de waarde.
Een verhoogde Lp(a) is een onafhankelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten, zelfs bij mensen die verder gezond zijn. Omdat Lp(a) meestal niet standaard wordt gemeten, blijven veel verhoogde waarden jarenlang onopgemerkt.
Waarom meten?
- Het is een eenmalige test: je Lp(a)-waarde verandert vrijwel niet in je leven.
- Als je genetisch hoog scoort, is het belangrijk dat te weten – zeker als je al een verhoogd totaalcholesterol hebt.
- Lp(a) verhoogt de kans op atherosclerose, trombose en vroegtijdige hartinfarcten.
Apolipoproteïne B: het aantal ‘slechte’ deeltjes telt
ApoB is het belangrijkste structurele eiwit op álle atherogene lipoproteïnen: LDL, VLDL, IDL én Lp(a). In tegenstelling tot de standaard LDL-meting, die kijkt naar de hoeveelheid cholesterol in die deeltjes, meet ApoB hoeveel deeltjes er daadwerkelijk in omloop zijn.
Waarom dat belangrijk is? Niet de hoeveelheid cholesterol is doorslaggevend, maar het aantal deeltjes dat zich in de vaatwand kan nestelen. Hoe meer ApoB-deeltjes, hoe groter de kans op plaquevorming.
Waarom meten?
- ApoB geeft een nauwkeuriger beeld van het hart- en vaatrisico dan LDL alleen.
- Vooral bij sporters en keto-volgers is het nuttig: zij hebben soms ‘grote, luchtige’ LDL-deeltjes die minder risicovol zijn, ondanks hoge LDL-cijfers. ApoB helpt dit onderscheid maken.
- Ook bij een normaal LDL kan ApoB verhoogd zijn – en dus wél risicovol.
Wanneer zijn Lp(a) en ApoB extra zinvol?
Deze metingen zijn met name aanbevolen als je:
- Een verhoogd totaalcholesterol hebt ondanks een gezonde leefstijl.
- Een familiegeschiedenis van hart- en vaatziekten hebt.
- Een ketogeen of koolhydraatarm dieet volgt.
- Fanatiek sport en je gezondheid wilt optimaliseren.
- Persoonlijke preventie serieus neemt en verder kijkt dan standaardwaarden.
Conclusie: meten is weten
Een hoog cholesterol bij een sportieve of ketogene leefstijl is niet per definitie ongezond. Maar om écht te begrijpen of jouw verhoogde waarden reden tot zorg zijn, zijn Lipoproteïne(a) en ApoB zeer waardevolle aanvullingen.