
Categorie: Biohacking/Longevity
Genetisch risico hoeft geen vaststaand lot te zijn: hoe buikvet het effect van Lp(a) bepaalt
Nieuw onderzoek toont aan dat visceraal vet het genetische risico van een hoog Lp(a) kan versterken. Door je taille-heupverhouding te verbeteren, kun je het risico op hart- en vaatziekten verlagen, zelfs bij een erfelijk verhoogd Lp(a).
Je hebt misschien gehoord dat je de genen voor hart- en vaatziekten niet kunt veranderen. Dat klopt grotendeels, maar wat wél verandert, is hoe die genen zich gedragen. En dat opent interessante perspectieven voor iedereen die zijn bloedwaarden en leefstijl wil optimaliseren.
Lp(a): een genetische risicofactor
Lipoproteïne(a), afgekort Lp(a), is een vetachtig eiwit in het bloed dat sterk samenhangt met atherosclerose en hart- en vaatziekten. Lp(a) is grotendeels genetisch bepaald, en er bestaan momenteel slechts beperkte behandelmogelijkheden om het te verlagen. Toch blijkt uit nieuwe inzichten dat genetisch risico niet altijd je lot bepaalt.
Waarom deze nieuwe studie baanbrekend is
Een recent onderzoek uit de Multi Ethnic Study of Atherosclerosis (MESA) volgde 4.652 mensen over een periode van gemiddeld 17,4 jaar. De onderzoekers bekeken of de taille-heupverhouding (WHR) — een maat voor visceraal vet — het effect van een hoog Lp(a)-niveau kon beïnvloeden.
Belangrijkste bevindingen:
- Mensen met hoog Lp(a) én een hoge WHR (boven het 90e percentiel) hadden een 2,34 keer hoger risico op een hart- of vaatgebeurtenis vergeleken met de referentiegroep (Lp(a) < 50 mg/dl en WHR < 90e percentiel).
- Bij mensen met hoog Lp(a) maar een lage of gemiddelde WHR was het risico niet significant verhoogd (HR 1,06 en 1,08).
Kortom: het genetische risico van Lp(a) lijkt sterk afhankelijk van de hoeveelheid visceraal vet.
Wat betekent dit voor jou?
Je bloedwaarde Lp(a) is belangrijk, maar niet bepalend op zichzelf. De context – met name je hoeveelheid visceraal vet – speelt een cruciale rol in je risico op hart- en vaatziekten.
Meten is weten: Laat niet alleen je Lp(a) bepalen, maar bekijk ook je lichaamssamenstelling, zoals je taille-heupverhouding (WHR) of vetverdeling. Zo ontdek je waar jouw grootste beïnvloedbare risico ligt.
Invloed uitoefenen: Je kunt Lp(a) zelf (nog) niet verlagen, maar je kunt wél je visceraal vet verminderen – en daarmee het risico dat Lp(a) veroorzaakt.
Vooral bij een verhoogde WHR is leefstijlinterventie extra relevant: denk aan voeding, beweging en stressmanagement gericht op het verlagen van buikvet.
Praktische tips om visceraal vet te verminderen
- Meet je WHR: tailleomtrek ÷ heupomtrek.
- Richtwaarden: mannen < 0,90, vrouwen < 0,85 — maar elke verlaging is winst.
- Beweeg regelmatig: minimaal 150 minuten per week matige inspanning (wandelen, fietsen) + 2× per week krachttraining om spiermassa te behouden.
- Eet volwaardig en onbewerkt: vermijd overmatige suikers en sterk bewerkte voeding. Kies voor vezelrijke producten, groenten, peulvruchten en magere eiwitten.
- Verminder stress en slaaptekort: chronische stress verhoogt cortisol en stimuleert vetopslag rond de buik.
- Blijf monitoren: laat je Lp(a), cholesterolprofiel, ontstekingsmarkers (CRP) en eventueel je vetverdeling (WHR of DEXA-scan) periodiek controleren. Zo zie je of je leefstijl effect heeft.
Testen die inzicht geven
Bij Bloedwaardentest.nl kun je eenvoudig onderzoeken laten uitvoeren die inzicht geven in jouw cardiovasculaire risico en vetverdeling:
Bloedafname kan op meer dan 1000 locaties in Nederland. Als er iets afwijkends wordt gevonden dat medische opvolging vereist, word je altijd eerst gebeld door een arts of medisch deskundige.
Conclusie
Een verhoogde Lp(a)-waarde is grotendeels genetisch bepaald, maar je leefstijl bepaalt in hoge mate of dat risico tot uiting komt. Door visceraal vet te verminderen, kun je de impact van je genen positief beïnvloeden. Meten, begrijpen en gericht bijsturen — dat is de sleutel tot preventieve hartgezondheid.

