
Categorie: (Kracht)sporters
Waarom je altijd een 0-meting moet doen vóór je aan bodybuilding of TRT begint
Een 0-meting geeft inzicht in je natuurlijke hormonale balans en voorkomt dat je later klachten niet kunt herleiden, zoals gevoelige tepels, vermoeidheid of achterblijvende spiergroei. Door testosteron, oestrogeen, prolactine en andere belangrijke markers te meten, kun je veilig starten met training, supplementen of TRT. Regelmatige monitoring helpt om aromatase, prolactine en andere risicofactoren tijdig bij te sturen, zodat je optimaal resultaat behaalt zonder bijwerkingen.
Of je nu fanatiek traint, een kuur overweegt of start met testosteronvervangende therapie (TRT): een 0-meting is cruciaal. Deze eerste meting laat zien hoe je lichaam van nature functioneert, voordat je iets verandert aan training, suppletie of hormonen.
Met een goede nulmeting krijg je inzicht in je eigen testosteronwaarden, de balans met oestrogeen en de rol van andere hormonen zoals prolactine. Zonder deze referentie weet je later niet wat voor jou normaal is. Dat maakt het lastig om klachten zoals gevoelige tepels, vermoeidheid of stagnerende spiergroei goed te begrijpen.
Waarom een 0-meting zo belangrijk is
Een 0-meting geeft een objectief startpunt. Je ziet hoe je hormonale systeem functioneert zonder externe invloeden. Dit is essentieel om latere veranderingen goed te kunnen interpreteren.
Zonder deze basis is het vrijwel onmogelijk om te bepalen of klachten ontstaan door training, hormoonschommelingen, een behandeling of andere factoren.
Wat moet je meten bij een 0-meting?
Bij een volledige nulmeting is het belangrijk om niet alleen testosteron te meten, maar ook de bijbehorende hormonen en regelmechanismen. Samen geven ze inzicht in productie, binding, omzetting en aansturing.
| Hormoon / marker | Waarom het belangrijk is | Richtwaarde |
|---|---|---|
| Totaal testosteron | Geeft een beeld van je algemene anabole status | 10–35 nmol/L |
| Vrij testosteron | De biologisch actieve fractie van testosteron | 0,20–0,50 nmol/L |
| Oestradiol (E2) | Laat zien hoeveel testosteron wordt omgezet in oestrogeen | 40–150 pmol/L |
| SHBG | Bindend eiwit dat bepaalt hoeveel testosteron beschikbaar is | 15–70 nmol/L |
| LH + FSH | Toont of de hormonale aansturing vanuit de hersenen goed werkt | 1–10 IU/L |
| Prolactine | Kan testosteron remmen en borstklierweefsel beïnvloeden | < 400 mU/L |
Een solide basis voor latere vergelijking
Door deze waarden vooraf vast te leggen, kun je later objectief beoordelen wat er verandert. Dat geldt zowel bij intensievere training, gebruik van middelen als bij medische trajecten zoals TRT.
Een 0-meting helpt om signalen van je lichaam beter te begrijpen en voorkomt dat je conclusies trekt zonder referentiekader.

